Binnen een kliniekdeel wordt langdurige behandeling en ambulante behandeling aangeboden. Bij de langdurige behandeling slaapt de patiënt in de kliniek en bij ambulante behandeling slaapt de patiënt gewoon thuis. De hoogte van de WOZ-waarde was hier niet in geschil, maar wel de vraag hoe er moest worden omgegaan met de woondelenvrijstelling zoals bedoeld in artikel 220e van de Gemeentewet.
De belanghebbende stelde zich op het standpunt dat er sprake is van ’in hoofdzaak dienstbaar aan woondoeleinden’ wanneer sprake is van een gemiddelde verblijfsduur van 6 maanden. Dan is er sprake van duurzaam verblijf. De uitvoeringsorganisatie was van mening dat de woondelenvrijstelling niet van toepassing is, aangezien er zowel naar de aard als naar de duur van het verblijf geen sprake is van duurzaam verblijf.
De rechter oordeelde hier dat een verblijf in een instelling het karakter heeft van wonen indien personen in die instelling verblijven vanwege hun behoefte aan zorg en niet in hun oorspronkelijke woonomgeving kunnen blijven, en hun verblijf (in het algemeen) naar zijn aard geen tijdelijk karakter heeft maar als duurzaam moet worden aangemerkt. Van een dergelijk als wonen aan te merken verblijf van duurzame aard is echter geen sprake in geval van verblijf in een instelling met het oog op kortdurende behandeling.
Met inachtneming van het bovenstaande kwam de rechter tot het oordeel dat gesloten afdelingen waar patiënten gemiddeld 6 weken verblijven, geen duurzaam karakter hebben en derhalve niet onder de woondelenvrijstelling vallen. Voor de afdelingen waar het gemiddelde verblijf meer dan 6 maanden is, ligt dit anders. Hier is wel de woondelenvrijstelling van toepassing.
| Telefoon: 088-8883000E-mail: info@thorbecke.nlVolg ons via |