Verhoging normaal maatschappelijk risico aan regels gebonden

Publicatie datum: 25 november 2021 11:14
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 3 november 2021 een belangrijke uitspraak gedaan over het verhogen van het normaal maatschappelijk risico bij indirecte schade. In haar uitspraak heeft de Afdeling aangegeven wanneer welk drempelpercentage van toepassing is. In dit artikel plaatsten we de uitspraak in de juiste context.

Casus

De zaak betrof een aanvraag om tegemoetkoming in planschade bij de gemeente Zundert. Aanvrager had voorheen agrarische gronden rondom zijn perceel. Door een wijziging van het bestemmingsplan is woningbouw achter en naast aanvragers perceel gekomen. Een belangrijk twistpunt was het normaal maatschappelijk risico.

Het normaal maatschappelijk risico

Volgens de Wet ruimtelijke ordening blijft de binnen het normaal maatschappelijk risico vallende schade voor rekening van de aanvrager. Bij indirecte schade – schade die wordt veroorzaakt door een wijziging niet op het perceel van aanvrager – bedraagt het normaal maatschappelijk risico tenminste 2 % van de waarde van aanvragers onroerende zaak.

Om te beoordelen of er sprake is van een hoger normaal maatschappelijk risico heeft de Afdeling in eerdere uitspraken een toetsingskader geformuleerd (zie onder meer, ABRvS 29 februari 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BV7254). Daarin stelt de Afdeling:

“Voor het antwoord op de vraag of schade binnen het normale maatschappelijke risico valt, is onder meer van belang of de desbetreffende planologische ontwikkeling als een normale maatschappelijke ontwikkeling kan worden beschouwd, waarmee de aanvrager rekening had kunnen houden in die zin dat die ontwikkeling in de lijn der verwachtingen lag, ook al bestond geen concreet zicht op de omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop deze ontwikkeling zich zou voordoen.” 

Bij de beoordeling van de vraag of de ontwikkeling een normale maatschappelijke ontwikkeling is, wordt los van de omstandigheden van het geval beoordeeld (zie onder andere AbRvS 29 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3851). Bij de lijn der verwachtingen spelen de omstandigheden van het geval wel een rol. De lijn der verwachtingen wordt in ieder geval beantwoord aan (1) de mate of de ontwikkeling qua aard en omvang past binnen de ruimtelijke structuur van de omgeving en of (2) de ontwikkeling past in een reeks van jaren gevoerde ruimtelijke beleid (o.a. ABRvS 13 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:986).

Wat is de hoogte van de drempel?

In de onderhavige uitspraak van 3 november 2021 gaat de Afdeling in op de vraag in welke situatie welk drempelpercentage van toepassing is. Hierin gaat de Afdeling enkel in op het aspect ‘lijn der verwachtingen’ (stedenbouwkundige structuur en langdurig beleid). De Afdeling gaat er blijkbaar vanuit dat in deze situaties de ontwikkeling al een normale maatschappelijke ontwikkeling is. 
De Afdeling heeft het aspect ‘lijn der verwachtingen’, welke bestaat uit de twee criteria stedenbouwkundige structuur en gemeentelijk beleid, gekoppeld aan een drempelpercentage (r.o. 7.15):

 5%Aan beide criteria (stedenbouwkundige structuur en gemeentelijk beleid) volledig voldaan
 4%Aan één criterium volledig voldaan en aan één criterium deels voldaan
 3%Aan één criterium volledig voldaan en aan één criterium niet voldaan, 
of aan beide criteria deels voldaan
 2%Aan één criterium deels en aan één criterium niet, 
of aan beide criteria niet voldaan

 

Gevolgen voor de praktijk

Voor de praktijk zijn de gevolgen niet schokkend. In veel zaken wordt de bovenstaande lijst al aangehouden. Voor de uniformiteit in planschadeland geeft deze uitspraak een goede houvast. 
>> Lees hier de volledige uitspraak 

 

 

Contact
Telefoon: 088-8883000
E-mail: info@thorbecke.nl
 
 
Volg ons via
 
 

Terug naar

Missie van Thorbecke
Door daadkracht én in samenwerking
publieke organisaties verder brengen

 

 

Thorbecke Nieuwsbrief

 

Contact
088-8883000
info@thorbecke.nl