Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad van de gemeente Lisse het bestemmingsplan “Visserkade” vastgesteld. De raad heeft bij de vaststelling van een bestemmingsplan beleidsruimte. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening worden bestemmingen aangewezen en regels gegeven. Het bestemmingsplan “Visserkade” voorziet in een wijziging voor een botenloods met drie aangrenzende woningen. Aan de woningen is, conform het huidige gebruik, een woonbestemming toegekend.
Appellant woont in één van de woningen. Zijn beroep richt zich op de bebouwingsmogelijkheden van de woningen. Appellant stelt dat aan de op de verbeelding opgenomen maximum goothoogtes geen betekenis toekomt. In de planregels zou daar niet naar verwezen zijn.
In de zienswijzenota van het ontwerpbestemmingsplan staat dat aan de planregels wordt toegevoegd dat de maximum goothoogte de goothoogte is, zoals deze op de verbeelding is aangegeven. De raad heeft ter zitting aangegeven dat de planregels over de maximum goothoogte niet correct zijn opgenomen in de digitale versie (ruimtelijkeplannen.nl). Deze omissie is later hersteld door een tweede versie op ruimtelijke plannen te plaatsen.
Op ruimtelijke plannen staan nu twee versies van hetzelfde plan. Een foute versie en de goede versie. Echter, de voorzieningenrechter constateert dat de identificatiecode (IMRO-code) van de goede versie niet overeenkomt met de identificatiecode die in het raadsbesluit staat. Het raadsbesluit verwijst naar de foute versie van het bestemmingplan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter leidt deze fout tot een rechtsonzekere situatie.
De vraag die rijst, is hoe de rechtsonzekere situatie kan worden weggenomen. Rechtsoverweging 6.3 geeft het antwoord. Beide versies van het bestemmingsplan “Visserkade” moeten van ruimtelijke plannen worden verwijderd. Daarna dient de versie die door de raad is vastgesteld, met de juiste identificatiecode en uiteraard met de correcte weergave van de goothoogte, beschikbaar worden gesteld. Die versie moet eveneens opnieuw ter inzag worden gelegd. Voor de onderbouwing van dit oordeel verwijst de voorzieningenrechter naar enkele uitspraken van de Afdeling: ECLI:NL:RVS:2013:2980 (24 juli 2013, r.o. 5.3), ECLI:NL:RVS:2014:1194 (25 maart 2014, r.o. 2.1) en ECLI:NL:RVS:2015:1042 (1 april 2015, r.o. 7.2).
Het publiceren van een digitale versie op ruimtelijke plannen dient zorgvuldig te gebeuren. Bij het herstellen van een gebrek moet goed gekeken worden naar de identificatiecode. De identificatiecode van de versie op ruimtelijke plannen moet overeen komen met de identificatiecode van het raadsbesluit.
>> Bekijk hier de volledige uitspraak