Appellanten sub 1 hebben een aanvraag om tegemoetkoming in planschade ingediend bij de gemeente Lopik. Bij besluit van 25 juli 2017 heeft het college aan Appellant sub 1B een tegemoetkoming van € 7.981,64 (inclusief wettelijke rente) toegekend en het verzoek voor zover dat is ingediend door Appellant sub 1A niet-ontvankelijk verklaard. In het advies van de onafhankelijke deskundige wordt geadviseerd om de aanvraag, voor zover die betrekking heeft op Appellant sub 1A, niet-ontvankelijk te verklaren. De reden hiervoor is dat in het Kadaster alleen Appellant sub 1B als eigenaar vermeld staat.
In de onderhavige zaak zijn appellanten in bezwaar en beroep gegaan. De rechtbank heeft in een tussenuitspraak geoordeeld dat Appellant sub 1A terecht niet als belanghebbende is aangemerkt. In de einduitspraak is dit bevestigd. De tussenuitspraak zag op een geconstateerd gebrek in de taxatie. Dit is voor de inhoud van dit artikel niet relevant en blijft buiten beschouwing. Appellanten zijn tegen de einduitspraak in hoger beroep gegaan. Hierbij wordt aangevoerd dat appellanten getrouwd zijn en dat de rechtbank ze geen hersteltermijn heeft gegeven om dit nader te motiveren.
In de uitspraak in hoger beroep stelt de Afdeling dat uit vaste jurisprudentie (ABRvS 12 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4081) volgt dat degene die bezwaar maakt tegen een primair besluit, belanghebbende is bij de beslissing op bezwaar. Daarbij maakt het niet uit of bezwaarmaker ook belanghebbende is bij het primaire besluit. Een gevolg daarvan is dat een bezwaarmaker dan ook als belanghebbende bij de beslissing op bezwaar beroep kon instellen, hetgeen Appellant sub 1A had gedaan. Zodoende heeft de rechtbank ten onrechte Appellant sub 1A niet-ontvankelijk verklaard.
Voor de inhoudelijke beoordeling of Appellant sub 1A ook belanghebbende is bij de planschadeaanvraag, stelt de Afdeling het volgende. Het algemene toetsingskader is dat degene die de aanvraag doet op peildatum in een directe zakenrechtelijke betrekking staat tot het object waarvoor planschade wordt geclaimd. Een aanvrager is dus belanghebbende als hij op peildatum eigenaar is van de onroerende zaak.
In de onderhavige zaak constateert de Afdeling dat Appellant sub 1A is getrouwd met Appellant sub 1B. Op grond van het op peildatum geldende huwelijksvermogensrecht maakt de woning deel uit van de huwelijksgoederengemeenschap. Nergens blijkt dat de woning daarvan is uitgesloten. Dat in het Kadaster enkel Appellant sub 1B als eigenaar staat vermeld, maakt het voorgaande volgens de Afdeling niet anders.
Met andere woorden: niet (de inschrijving in) het Kadaster is leidend in de beoordeling van de belanghebbendheid maar de daadwerkelijke vermogensrechtelijke situatie.
| Telefoon: 088-8883000E-mail: info@thorbecke.nlVolg ons via |