De grondentrechter: valt planschade onder ‘zaken op het gebied van omgevingsrecht’?

Publicatie datum: 6 april 2022 09:34
In haar uitspraak van 9 maart 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:693) heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State duidelijkheid gegeven over de grondentrechter in planschade- en nadeelcompensatiezaken. Joyce Scheffer vertelt er meer over.

Voorgeschiedenis

Appellant is eigenaar van een woning in Bunnik. Hij heeft een aanvraag om tegemoetkoming in planschade gedaan vanwege de uitbreiding van een supermarkt door middel van omgevingsvergunningen en een bestemmingsplanwijziging. Zijn aanvraag is afgewezen. Tegen dit besluit heeft appellant bezwaar gemaakt, welke ongegrond is verklaard. Appellant heeft vervolgens beroep bij de rechtbank ingesteld. In zijn beroepschrift heeft appellant enkel gronden aangevoerd die betrekking hadden op de omgevingsvergunningen. Twee weken voor de zitting dient appellant alsnog een rapport in, waarin (ook) wordt ingegaan op de planschade vanwege de bestemmingsplanwijziging. De rechtbank liet het rapport, vanwege strijdigheid met de goede procesorde, buiten beschouwing en wees het beroep af.

Grondentrechter in planschade

In hoger beroep voert appellant opnieuw de gronden aan die betrekking hebben op de bestemmingsplanwijziging. Voorheen oordeelde de Afdeling dat de gronden die voor het eerst in hoger beroep worden aangevoerd, buiten beschouwing moeten blijven als deze gronden bij de rechtbank al aangevoerd hadden kunnen worden. Dit wordt de grondentrechter genoemd. Om recht te doen aan de positie van derden-belanghebbenden heeft de Afdeling recent besloten om de grondentrechter te verlaten, met uitzondering van de zaken op het gebied van omgevingsrecht:

“De Afdeling zal in omgevingsrechtelijke zaken de grondentrechter tussen beroep en hoger beroep blijven hanteren. De reden daarvoor is dat in zaken over omgevingsrechtelijke besluiten in het merendeel van de gevallen belangen van derden zijn betrokken. Daarin verschillen omgevingsrechtelijke zaken van niet-omgevingsrechtelijke zaken, waarin in het merendeel van de gevallen sprake is van tweepartijengeschillen. Vanuit een oogpunt van rechtszekerheid voor die derden is het van belang dat de bestuursrechter niet alleen waakt over de (proces)positie van de partij(en) die hoger beroep instelt c.q. instellen, maar ook voor de procespositie van de overige partijen waaronder die van vergunninghouders en voor belangen van derden zoals degenen die om optreden tegen een gestelde overtreding hebben gevraagd. Daar komt bij dat het in omgevingsrechtelijke zaken vaker gaat om zaken met grote maatschappelijke belangen zoals infrastructurele projecten, woningbouw en energietransitie met korte wettelijke afdoeningstermijnen waarvoor een efficiënte rechtsgang extra van belang is.” (ECLI:NL:RVS:2022:362)

De Afdeling geeft in onderhavige uitspraak aan dat zij met ‘zaken op het gebied van omgevingsrecht’ niet de planschade- en nadeelcompensatiezaken heeft bedoeld. Voor deze onderwerpen wordt de grondentrechter dus verlaten. Wel gelden er nog beperkingen voor het aanvoeren van nieuwe gronden in hoger beroep:

  • gronden die uitdrukkelijk zijn prijsgegeven, worden buiten beschouwing gelaten als zij in hoger beroep (opnieuw) worden aangevoerd
  • op een gegeven instemming met een door de rechter in eerste aanleg gekozen werkwijze in hoger beroep kan niet worden teruggekomen

Conclusie

De grondentrechter wordt voor planschade- en nadeelcompensatie dus losgelaten. In onderhavige zaak betekent dit dat de Afdeling het rapport, dat ingaat op de bestemmingsplanwijziging, zal behandelen. Het maakt voor appellant echter geen verschil. De waardevermindering van zijn woning valt nog steeds volledig onder het normaal maatschappelijk risico. 

>> Lees hier de volledige uitspraak

 

 

Contact
Telefoon: 088-8883000
E-mail: info@thorbecke.nl
 
 
Volg ons via
 
 

Terug naar

Missie van Thorbecke
Door daadkracht én in samenwerking
publieke organisaties verder brengen

 

 

Thorbecke Nieuwsbrief

 

Contact
088-8883000
info@thorbecke.nl