Het was een publiek geheim dat het eindresultaat van deze conversie een verre van betrouwbare gebruiksoppervlakte opleverde. Aan de hand van het bouwjaar en de inhoud van de woning werd de conversiefactor bepaald. Er werd dan ook geen rekening gehouden met het feit of de woning over een plat dak of een zadeldak beschikte.
De gebruiksoppervlakte van nieuwe panden werden door de BAG wel nauwkeurig bepaald op basis van bouwtekeningen en/of opnamen ter plaatse. Voor de BAG was de noodzaak om de kwaliteit op te vijzelen van de via conversie verkregen gebruiksoppervlakte niet of nauwelijks aanwezig.
Toen de Waarderingskamer in 2016 aankondigde dat WOZ-uitvoeringsorganisaties de beschikkingen voor belastingjaar 2022 op basis van gebruiksoppervlakte moesten baseren, stonden deze uitvoeringsorganisaties voor een dilemma: de gebruiksoppervlakte maakt weliswaar onderdeel uit van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, maar de kwaliteit van het gegeven werd als onvoldoende betrouwbaar ervaren. Daarnaast had de WOZ niet alleen een gebruiksoppervlakte van de totale woning nodig, maar juist een gebruiksoppervlakte per WOZ-objectonderdeel.
In het overgrote deel hebben de WOZ- uitvoeringsorganisaties (soms alleen, soms samen met de BAG) forse investeringen gedaan om te komen tot een betrouwbare gebruiksoppervlakte per objectonderdeel. Hierbij is gebruik gemaakt van 3D metingen waarbij de geometrie van de BAG-panden werd gekoppeld aan een actueel hoogtebestand. De sommatie van de gebruiksoppervlakte is vervolgens via een collegiale terugmelding naar de BAG gestuurd.
Dit jaar en komend jaar worden de laatste gebruiksoppervlakten door de WOZ opgenomen. De vraag die nu rijst is op welke wijze de gebruiksoppervlakte in de toekomst in de BAG worden opgenomen?
In het kader van de aansluiting op de Landelijke voorziening WOZ is een groot deel (>90%) van de woningen op onderdeelniveau gekoppeld aan de BAG. Na deze actie is er weinig controle meer uitgevoerd op de BAG-WOZ koppeling. Bij diverse bestandscontroles die wij voor gemeenten uitvoeren blijkt regelmatig dat er diverse foutieve koppelingen zijn gelegd. Zo komen wij koppelingen tegen van panden die allang gesloopt zijn. Regelmatig constateren wij dan ook dat het betrouwbare koppelpercentage is teruggezakt naar circa 80-85%.
Los van de kwaliteit en de volledigheid van de BAG-WOZ koppeling zijn de WOZ en de BAG bij veel gemeenten nog niet integraal aan elkaar gekoppeld. Dit probleem doet zich helemaal voor bij belastingsamenwerkingsverbanden, waar de WOZ en de BAG ook nog eens fysiek van elkaar zijn gescheiden. Wij constateren nu al dat, zolang er geen directe koppeling is, de geregistreerde gebruiksoppervlakte in de WOZ en de BAG weer uit elkaar lopen. Mede hierom wordt de afgelopen jaren toegewerkt naar integraal gegevensbeheer. Toch heeft nog maar een beperkt aantal gemeenten hier al grote stappen in gezet. Maar ook wanneer de BAG en de WOZ integraal aan elkaar zijn gekoppeld, levert de BAG een totale gebruiksoppervlakte op voor het gehele pand. De WOZ dient dan nog steeds werkzaamheden uit te voeren om deze totaal gebruiksoppervlakte op te splitsen in gebruiksoppervlakte per deelobject.
Zolang er binnen de uitvoeringsorganisatie (nog) geen gegevensbeheerder is die bovenstaande werkzaamheden zowel voor de WOZ als de BAG uitvoert, is het in het belang van de kwaliteit van de data beter dat deze werkzaamheden door de BAG zo spoedig mogelijk worden gedelegeerd aan de WOZ. De WOZ heeft het meeste belang bij een betrouwbare gebruiksoppervlakte, aangezien dit gegeven direct van invloed is op de vastgestelde WOZ-waarde. Bij de gemeente Den Haag wordt er sinds jaar en dag al gewerkt met een gedelegeerd bronhouderschap voor het gegeven gebruiksoppervlakte. De gemeente heeft het belang van een kwalitatief goede invulling hiermee onderkend.
Het lijkt verstandig dat gemeenten en samenwerkingsverbanden het voorbeeld van de gemeente Den Haag volgen zodat op korte termijn de verantwoordelijkheid voor het bepalen van de gebruiksoppervlakte van de BAG over wordt geheveld naar de WOZ.
Natuurlijk verdient integraal gegevensbeheer, waar de WOZ en de BAG zoveel mogelijk in samenhang worden beheerd, de voorkeur, maar bij het ontbreken van die situatie is bovenstaande werkwijze feitelijk onmisbaar.
|
|
|